Europeanen reizen weer – maar niet overal evenveel
In 2023 maakte 65% van de EU-inwoners van 15 jaar en ouder minstens één privéreis – of het nu voor een vakantie, een korte vakantie of een bezoek aan vrienden en familie was. Dat is hetzelfde percentage als vóór de pandemie. Na een daling in het aantal reizen tijdens de COVID-jaren (52% in 2020), is er duidelijk sprake van een herstel – langzaam maar zeker.
Maar niet alle landen zijn gelijk als het om reizen gaat. De Fransen lopen voorop, met maar liefst 84,6% van de mensen die in 2023 minstens één keer op reis gaan. Op de voet gevolgd door de Nederlanders, Luxemburgers en Finnen – allemaal met een score van boven de 80%.
Ook in landen als Ierland, Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Zweden en Denemarken lag het reispercentage hoog, allemaal boven de 70%.
Polen? We zitten ergens in het midden, net boven het EU-gemiddelde.
Aan de andere kant van het spectrum ging in 2023 slechts 26,8% van de Roemenen op reis. Minder dan de helft van de mensen in Bulgarije, Italië, Griekenland, Kroatië en Portugal ging ook op reis.