Crisis bij Harvard: buitenlandse studenten geweerd vanwege beschuldigingen over de nationale veiligheid
Harvard University, een van de meest prestigieuze academische instellingen ter wereld, bevindt zich in een ongekend politiek en juridisch conflict met de regering van president Donald Trump . Een besluit van het Department of Homeland Security (DHS) om de certificering voor het "Student and Exchange Visitor Program" (SEVP) in te trekken, betekent dat de universiteit geen nieuwe internationale studenten meer kan toelaten. Tegelijkertijd heeft president Trump de toegang opgeschort – voor een eerste periode van zes maanden – van buitenlanders die willen studeren of deelnemen aan academische uitwisselingsprogramma's aan Harvard. Dit besluit wordt onmiddellijk uitgevoerd, maar de opschorting kan worden verlengd.
Bovendien kunnen internationale studenten gedwongen worden om naar het buitenland te verhuizen of het land te verlaten, waardoor de rechtspositie van maar liefst 6.800 personen in gevaar komt. Dit is ongeveer 27% van de academische gemeenschap van Harvard.
De regering rechtvaardigt haar acties met zorgen over de nationale veiligheid en beroept zich daarbij op "Harvards uitgebreide banden met buitenlandse tegenstanders" en beschuldigt de universiteit ervan "radicalisme te bevorderen en samen te werken met buitenlandse regeringen, waaronder China". Het presidentiële decreet verwijst naar waarschuwingen van de FBI over buitenlandse landen die het Amerikaanse hogeronderwijssysteem misbruiken om technologie te stelen, spionage te plegen en desinformatie te verspreiden.