Signal haalde de krantenkoppen toen berichten naar buiten kwamen dat leden van de regering van Donald Trump de app gebruikten om bombardementsstrategieën in Jemen te bespreken – en daarbij per ongeluk een journalist van The Atlantic aan hun chat toevoegden. Het incident leidde tot grote veiligheidsproblemen, maar onderstreepte ook hoeveel vertrouwen politici in deze app hebben.

De ongeëvenaarde privacy van Signal zorgt ervoor dat elk bericht, elk gesprek en elke foto end-to-end versleuteld is, wat betekent dat niemand, zelfs Signal zelf niet, er toegang toe heeft. Bovendien opereert Signal als een non-profitorganisatie en onafhankelijke organisatie, in tegenstelling tot WhatsApp, dat eigendom is van Meta.

Dit maakt Signal mogelijk betrouwbaarder voor gevoelige gesprekken. Ten slotte stelt de open-sourcecode van Signal cybersecurity-experts in staat om de beveiligingsmaatregelen te verifiëren.

Zelfs instellingen als het Europees Parlement en de Europese Commissie bevelen officieel het gebruik van Signal aan voor veilige communicatie, vooral gezien de toenemende cyberdreigingen.

Het encryptiedilemma – privacy versus wetshandhaving

Hoewel politici en overheidsfunctionarissen dol zijn op Signal vanwege de privacyfuncties, zien wetshandhavingsinstanties het als een groot probleem. Omdat Signal geen gebruikersgegevens opslaat, hebben autoriteiten geen toegang tot gegevens – zelfs niet bij strafrechtelijke onderzoeken.

WhatsApp daarentegen, ondanks het feit dat het ook end-to-end encryptie biedt, deelt wel metadata (zoals wie contact opneemt met wie en hoe vaak) met de autoriteiten. Signal daarentegen slaat vrijwel geen gegevens op, waardoor het voor instanties zoals de FBI onmogelijk is om informatie te achterhalen.

Hierdoor is Signal niet alleen het perfecte hulpmiddel voor politici, maar ook voor journalisten en activisten over de hele wereld die erop vertrouwen dat Signal hun bronnen en discussies beschermt.

Politieke technologie faalt – als encryptie niet voldoende is

Ondanks het gebruik van veilige apps maken politici vaak menselijke fouten waardoor hun gevoelige informatie bloot komt te liggen. Het Signal-incident van de Trump-regering was geen op zichzelf staand geval. Hier zijn enkele andere opvallende mislukkingen:

  • E-mails van Hillary Clinton (2016) – Het lekken van haar campagne-e-mails heeft mogelijk een rol gespeeld in haar verlies bij de presidentsverkiezingen.
  • Inbreuk op de campagne van Donald Trump (2024) – Hackers zouden toegang hebben gehad tot Trumps campagnemails. Hoewel de Republikeinen Iran de schuld gaven, is dit nooit officieel bevestigd.

Premier van Mexico gehackt (2024) – De privé-e-mails en telefoongegevens van Claudia Sheinbaum werden gestolen door cybercriminelen.

Europese politici onder vuur

Cybercriminelen richten zich niet alleen op Amerikaanse politici. De afgelopen jaren zijn ook vooraanstaande Europese leiders het slachtoffer geworden van hackers:

In 2024 werden de socialemedia-accounts van Britse regeringsfunctionarissen en parlementsleden gekaapt. Een soortgelijke aanval in 2016 was gericht op Labour-leider Jeremy Corbyn, wiens account werd gebruikt om aanstootgevende content te plaatsen.

In 2025 werd het account van de Duitse president overgenomen door hackers die een afbeelding van Hitler met Mussolini plaatsten. Eerder, in 2019, legde een groot datalek gevoelige informatie bloot van bondskanselier Angela Merkel en de meeste Duitse politici – met uitzondering van die van de extreemrechtse AfD.

Het datalek in Italië in 2024 onthulde dat hackers de persoonlijke gegevens van meer dan 800.000 mensen hadden gestolen, waaronder president Sergio Mattarella. Het lek was jarenlang onopgemerkt gebleven.

Een e-mailschandaal in Polen onder de vorige conservatieve PiS-regering betrof een vermeend lekken van berichten van de voormalige chef van het kabinet van de premier, waarbij documenten opdoken op Telegram en Twitter. Hoewel de authenticiteit ervan nooit is bevestigd, leidden de lekken tot politieke controverse.

Ook in 2023 gaf de Poolse premier Donald Tusk onbedoeld de pincode van zijn telefoon prijs op camera tijdens een parlementaire vergadering, vergelijkbaar met een eerdere blunder uit 2011, toen op een laptopsticker het wachtwoord van een premier te zien was.

Politici en het dark web: een verontrustende realiteit

Uit een onderzoek van beveiligingsbedrijf Proton bleek dat de e-mailadressen van meer dan 4300 politici uit de EU en de VS op het dark web terechtkwamen. Veel van deze inbreuken vonden plaats doordat ambtenaren hun werk-e-mailadressen gebruikten voor persoonlijke inloggegevens, waardoor ze kwetsbaar waren voor hacks.

Tot de zwaarst getroffenen behoorden het Britse parlement (68% van de parlementsleden was blootgesteld), het Europees Parlement (44%) en Denemarken (41%).

Zelfs in de VS werden bij 1 op de 5 medewerkers van toppolitici de e-mailgegevens gehackt.

Zullen politici het ooit leren?

De geschiedenis heeft aangetoond dat zelfs de veiligste tools politici niet tegen zichzelf kunnen beschermen. Of het nu gaat om het gebruik van zwakke wachtwoorden, het per ongeluk toevoegen van de verkeerde mensen aan geheime chats of het blootstellen van persoonlijke informatie, veel van deze cybersecurityfouten zijn te wijten aan menselijke fouten.

Nu cyberaanvallen elk jaar toenemen, moeten politici wakker worden en hun digitale veiligheid serieuzer nemen. Ongeacht welke berichtenapp ze gebruiken – Signal, WhatsApp of een andere – goede cybersecuritypraktijken zijn essentieel om het volgende grote politieke schandaal te voorkomen.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.