AI verhuist van laboratoria naar bestuurskamers

Nieuwe technologieën in de vorm van autonome AI-agenten, die zelfstandig contracten kunnen onderhandelen en ondertekenen, zijn niet langer beperkt tot experimentele laboratoria – ze maken nu ook deel uit van de echte bedrijfspraktijk. AI-systemen kunnen nu meerfasenonderhandelingen voeren, partnergegevens analyseren, contractvoorwaarden voorstellen en deals sluiten, vaak zonder realtime menselijk toezicht. Ondertussen worstelt de wetgeving om bij te blijven. Volgens de laatste discussienota van de Commissie worden twee contrasterende regelgevingsbenaderingen overwogen.

Globaal model versus flexibele richtlijnen

De eerste optie betreft de invoering van een modelwet die onder auspiciën van de VN is ontwikkeld en in juli is afgerond. Dit internationale kader beoogt belangrijke kwesties, waaronder de geldigheid van door AI ondertekende contracten, de aansprakelijkheidsregels en geschillenbeslechting, duidelijk te regelen. Het voordeel ervan ligt in juridische duidelijkheid en afstemming op wereldwijde normen – een onschatbare troef in een geglobaliseerde economie waar grensoverschrijdende transacties routine zijn.

Het alternatief is "soft law": vrijwillige richtlijnen, modelbepalingen of conceptaanbevelingen voor AI-ontwikkelaars. De Commissie merkt op dat deze aanpak flexibiliteit mogelijk maakt – wetten zouden niet rigide zijn, maar zouden kunnen evolueren met de snel ontwikkelende technologie. Critici waarschuwen echter dat het ontbreken van bindende regels kan leiden tot marktongelijkheid of zelfs juridische chaos. Kan de EU-economie, die sterk afhankelijk is van contractueel vertrouwen, een dergelijk experiment volhouden?

Autonome onderhandelingen in een juridisch vacuüm

De uitdaging gaat verder dan een simpele tweedeling tussen 'harde en zachte wetgeving'. AI-agenten verschillen fundamenteel van traditionele software: ze volgen niet simpelweg vooraf vastgestelde instructies, maar kunnen zelfstandig onderhandelen en zich aanpassen aan de situatie. Dit betekent dat contracten kunnen worden gesloten zonder dat de mens er volledig van op de hoogte is totdat ze zijn afgerond. Zijn dergelijke contracten juridisch geldig? Het document van de Commissie erkent dat het gebrek aan duidelijke antwoorden de rechtszekerheid ondermijnt.

Een bedrijf kan er bijvoorbeeld achter komen dat zijn "digitale vertegenwoordiger", die te goeder trouw handelt, een contract heeft getekend dat later als niet-bindend wordt betwist. Dan is er nog de kwestie van aansprakelijkheid: als een AI-agent een ongunstige of zelfs schadelijke overeenkomst tekent, wie is dan aansprakelijk? De ontwikkelaar van het algoritme, de beheerder of de eindgebruiker? Dubbelzinnige regelgeving kan bedrijven ontmoedigen om innovatieve oplossingen te implementeren, wat de groei van de Europese AI-sector mogelijk vertraagt.

De onvoorspelbaarheid van machines: bedrijfsrisico of kostenpost van innovatie?

Een ander probleem is onvoorspelbaarheid. Machine learning-systemen passen hun gedrag aan op basis van data, wat betekent dat hun acties kunnen afwijken van de aanvankelijke aannames van programmeurs. De Commissie waarschuwt dat AI contracten kan sluiten die in strijd zijn met de belangen van een eigenaar of aanzienlijke verliezen kunnen veroorzaken. De gevolgen kunnen variëren van rechtszaken tot verstoringen in de hele sector.

Rechtvaardigt dit risico strenge regelgeving? Voorstanders van soft law stellen dat te veel beperkingen de Europese innovatie zouden kunnen belemmeren en de ontwikkeling van AI naar permissievere jurisdicties zouden kunnen duwen. Tegenstanders stellen dat onduidelijke juridische kaders de fundamenten van het privaatrecht, waarvan de kern zekerheid en voorspelbaarheid is, bedreigen.

Europa tussen mondiale standaarden en eigen pad

Het dilemma van de EU heeft een geopolitieke dimensie. De modelwet van de VN is ontwikkeld met actieve deelname van de EU-lidstaten en de Algemene Vergadering beveelt de goedkeuring ervan aan. Het verwerpen ervan zou kunnen wijzen op een terugtrekking uit het wereldwijde leiderschap op het gebied van AI-regelgeving. Omgekeerd riskeert het blindelings aannemen van een extern model de Europese regelgevende soevereiniteit te ondermijnen. Zal de EU de moed hebben om haar eigen ambitieuze juridische kader te creëren, of genoegen nemen met een compromis dat wordt gevormd door mondiale belangen?

De uitslag zal bepalend zijn

Mogelijk komen er binnenkort antwoorden. Het Justice for Growth Forum op 16 oktober zal het podium zijn voor debatten tussen voorstanders van beide benaderingen. De resultaten zullen niet alleen van invloed zijn op de vorm van toekomstige regelgeving, maar ook op de vraag of Europa koploper of volger zal zijn in de wereldwijde race om veilige en innovatieve kunstmatige intelligentie.

Eén ding is duidelijk: het gaat niet alleen om de juridische zekerheid van bedrijven, maar ook om een ​​fundamentele vraag: zijn samenlevingen bereid om machines de bevoegdheid te geven om namens ons bindende contracten te ondertekenen?

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.