Wat is de Europese Mediavrijheidswet?

De eerste grensoverschrijdende EU- verordening die regels vastlegt ter bescherming van de onafhankelijkheid en het pluralisme van de media voor de lidstaten, is nu een feit. Deze werd begin 2024 aangenomen en trad op 8 augustus 2025 volledig in werking.

Als verordening en niet als richtlijn, wat het bindende karakter ervan benadrukt, is de EMFA rechtstreeks van toepassing zonder dat nationale omzetting in het nationale recht van de lidstaten nodig is, hoewel veel van de artikelen vereisen dat de nationale wetgeving wordt herzien om aan de vereisten te voldoen. De belangrijkste bepalingen van de verordening zijn:

  • Artikel 3 : recht op toegang tot pluralistische en onafhankelijke inhoud.
  • Artikel 4 : bescherming van de bronnen van journalisten en verbod op ongerechtvaardigde surveillance.
  • Artikel 5 : Het waarborgen van de onafhankelijkheid en de financiering van de publieke omroep.
  • Artikel 18 : Vergroten van transparantie en verantwoording in de digitale omgeving.

Naast de juridische basisprincipes die we al noemden, bevat de EMFA waarborgen die gebaseerd zijn op het Handvest van de grondrechten. Deze omvatten de bescherming van de vrijheid van informatie, redactionele onafhankelijkheid en culturele, taalkundige en religieuze diversiteit. Tegelijkertijd worden er extreem strenge criteria gesteld aan de rechtvaardiging van surveillance of openbaarmaking van journalistieke bronnen door gerechtelijke autoriteiten, terwijl het gebruik van surveillancesoftware alleen is voorzien in gevallen van ernstige criminaliteit en onder strikte proportionaliteit van de acties. Een andere vernieuwing is de invoering van een verplichting voor elke lidstaat om openbare databanken aan te leggen en te onderhouden waarin de eigendomsstructuur, financieringsbronnen (inclusief staatsreclame) en eventuele banden met derde landen worden vastgelegd, met als doel de transparantie van de staat en de media te vergroten.

De Europese Commissie benadrukt dat de verordening ‘ongekende waarborgen’ voor journalisten introduceert, de willekeurige verwijdering van content door grote onlineplatforms beperkt en de Europese Raad voor mediadiensten instelt om toezicht te houden op de uitvoering ervan.

Nu 8 augustus 2025 door het Europees Parlement is aangewezen als een "mijlpaal voor de persvrijheid in de EU", benadrukte vicevoorzitter Sabine Verheyen dat "de werkelijke waarde van de EMFA in de praktijk zal worden beoordeeld, niet in woorden". De voorzitter van de Commissie Cultuur en Onderwijs, Nela Ril, riep de lidstaten op om de bepalingen ervan consequent ten uitvoer te leggen en uitte haar bezorgdheid over de afnemende staat van de persvrijheid in sommige delen van Europa.

De macht van de EMFA valt samen met een periode van toenemende druk en inperking van de persvrijheid, met verschijnselen zoals de overconcentratie van media-eigendom, politieke inmenging in publieke omroepen en het gebruik van spyware tegen journalisten. Het nieuwe regelgevingskader beoogt een echt bolwerk te zijn tegen deze trends, maar het is duidelijk dat de praktische implementatie ervan zal afhangen van de politieke wil van de lidstaten om radicale hervormingen door te voeren en de bindende bepalingen ervan volledig na te leven, zodat het niet slechts een "letter van de wet" blijft. Met andere woorden, de uitdaging is niets minder dan deze regel om te vormen tot een cultuur, tot een levende en tastbare garantie voor persvrijheid in de hele EU.

In dezelfde context van ontwikkelingen met betrekking tot de persvrijheid werd in de zomer van 2025 het Algemeen Rapport Media Pluralism Monitor van het EUI van het Centrum voor Media Pluralisme en Vrijheid gepubliceerd, waarin Hongarije, Griekenland, Malta en Slovenië op veel indicatoren als "hoog risico" werden geclassificeerd. Malta en Slovenië werden op veel indicatoren als "hoog risico" geclassificeerd. De problemen van elk land hebben hun eigen bijzonderheden, maar ook verschillende overeenkomsten: Hongarije heeft systematische inmenging in de onafhankelijkheid van de media gezien, evenals politiek gecontroleerde distributie van staatsreclame en overconcentratie van eigendom. Verder naar het zuiden, in Griekenland, zijn er dringende problemen met politieke afhankelijkheid van de media, transparantie, overconcentratie van eigendom en een ontoereikend kader voor de bescherming van journalisten – zowel tegen SLAPP's als tegen gedocumenteerde aanvallen, met name tijdens de verslaggeving over demonstraties, zonder resultaten in onderzoeken naar politiegeweld. In de mediterrane context blijft Malta gebukt gaan onder de nasleep van de moordzaak rond Daphne Caruana Galizia, met ontoereikende institutionele hervormingen en transparantie, onder andere met betrekking tot de toewijzing van staatsreclame, en de groeiende trend van SLAPP-zaken, waardoor een klimaat van politieke beïnvloeding en het targeten van journalisten normaliseert. De risico-indicatoren voor de media in Slovenië zijn eveneens hoog, ondanks het feit dat het land vooruitgang heeft geboekt op het gebied van mediavrijheid.

De Europese Commissie nam een ​​positieve toon aan ten aanzien van de activering van EMFA en presenteerde een optimistische visie. Commissaris Michael McGrath stelde dat EMFA ervoor zorgt dat "nieuws wordt aangestuurd door feiten, niet door zakelijke of politieke agenda's."

De EFJ , die actief betrokken was bij de onderhandelingen, noemde het een "historische" dag en verbond de EMFA met andere belangrijke regelgevende kaders zoals de Digital Services Act (DSA) en de Digital Markets Act (DMA), waarbij de nadruk werd gelegd op de noodzaak om er een "echt schild" van te maken voor de bescherming van de journalistiek.

De wetgevingsarchitectuur

Zoals opgemerkt, is de European Media Freedom Act (EMFA) een verordening en daarom rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten. Een van de radicale, innovatieve kenmerken van de EMFA is dat deze kan worden geïmplementeerd zonder dat goedkeuring op nationaal niveau nodig is. Dit betekent in de praktijk dat journalisten, media en organisaties een beroep kunnen doen op zowel nationale als Europese rechtbanken om hun rechten te verdedigen. Deze juridische flexibiliteit kan echter onvoldoende blijken in omgevingen waar rechtssystemen procedures vertragen of onderhevig zijn aan systematische politieke inmenging.

Krijgt de Europese Raad voor Mediadiensten in dit nieuwe, actieve institutionele statuut uitgebreide bevoegdheden? Vanuit een adviserende rol kan zij bindende adviezen uitbrengen aan nationale regelgevende instanties, met name wanneer de mediaonafhankelijkheid of het marktpluralisme een zorgwekkend niveau bereikt, waardoor de EU beter kan ingrijpen in situaties van systematische controle van de media door overheids- of oligarchische actoren. Tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat artikel 21 van de EMFA, betreffende de concentratie van eigendom in de media, een instrument biedt om monopolies en oligopolies te doorbreken, mits het niet op ondoorzichtige wijze wordt toegepast of onderhevig is aan politieke inmenging. Dit vereist echter middelen en expertise, die vaak ontbreken bij nationale autoriteiten. Het algehele succes van de EMFA is direct afhankelijk van de consistente toepassing ervan en van andere EU-wetgeving, zoals de richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVMSD), de DSA en de AVG.

Nawoord

De European Media Freedom Act (EMFA) is niet zomaar een wettekst van de EU; het zal een cruciale test zijn van het vermogen van de EU om fundamentele waarden en haar actoren te verdedigen, zoals journalisten die opkomen voor het algemeen belang en die geconfronteerd worden met staten, zakelijke belangen en bedreigingen, zo niet aanvallen, tegen hen. De invoering van mechanismen om de concentratie van media-eigendom te beheersen, vormt een ongekend supranationaal schild voor pluralisme en verantwoordingsplicht, maar we mogen niet vergeten dat de implementatie van deze bepalingen zal worden beoordeeld in een politiek ongelijk landschap. Kortom, lidstaten hebben verschillende tradities, prioriteiten en, in sommige gevallen, een beperkte institutionele wil om zich aan te passen aan gemeenschappelijke normen.

Als nationale reflexen dus traag zijn, vereist dit niet alleen de activering van officiële EU-instellingen, maar ook waakzaamheid van het maatschappelijk middenveld en de journalistieke gemeenschap. Onze tijd heeft immers al de gevaren van informatie, zowel oude als nieuwe, aangetoond. EMFA kan fungeren als het institutionele "tegenwicht" dat verdere uitholling van de persvrijheid in Europa zal voorkomen, mits alle betrokkenen uiteindelijk hun deel van de verantwoordelijkheid nemen.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.