De Middellandse Zee op zoek naar coëxistentie
Er ontstaat een nieuwe sociale tweedeling op straat, op balkons en in stedenbouwkundige beslissingen, namelijk het recht om te "wonen" versus het recht om te "bezoeken". De stemmen van bewoners die in opstand komen tegen overtoerisme verwerpen het concept van gastvrijheid niet – ze verwerpen het model dat het vertekent. Toerisme is niet de vijand; het wordt de vijand wanneer het wordt ontdaan van de politieke en institutionele garanties die het mogelijk zouden maken om samen te leven met lokale gemeenschappen (5) ; (6) ; (7) .
De Middellandse Zee moet zichzelf heroverwegen – niet als een open, allesomvattend resort, maar als een plek met culturele wortels, dagelijkse gebruiken en historische continuïteit. De behoefte aan een nieuw 'sociaal contract van gastvrijheid' is urgenter dan ooit. Zo'n contract zou het volgende moeten omvatten:
- Een institutioneel kader om kortetermijnverhuur te beperken, met een duidelijk onderscheid tussen toeristische en permanente woningen.
- Sociale criteria in stadsplanning en hotelvergunningen om te voorkomen dat er te veel bezoekers in historische of residentiële centra komen.
- Investeren in betaalbare toeristische infrastructuur die bezoekers niet naar ongereguleerde platforms drijft.
- Participatieve besluitvormingsprocessen waarin de getuigenissen en behoeften van lokale gemeenschappen worden meegenomen.
- Bewustwordingscampagnes, niet alleen voor toeristen maar ook voor gemeenten en horecaondernemers, over het concept van wederzijdse duurzaamheid.
De toerismecrisis is niet alleen een kwestie van 'kwantiteit' – het is vooral een kwestie van de kwaliteit van het beleid. Als het Middellandse Zeegebied een levendige plek wil blijven en geen pretpark, dan moet het ervoor zorgen dat 'bezoeken' het 'erbij horen' niet tenietdoet. De ironie is dat de geschiedenis van het toerisme zelf over het algemeen wordt gekarakteriseerd als een instrument voor kennis, interculturele uitwisseling en sociale mobiliteit. Vandaag de dag lijkt deze historische draad echter met geweld te zijn doorgesneden, met de transformatie van toerisme van een contactmiddel naar een exportindustrie voor ervaringen, die een nieuwe kolonisatie van de ruimte teweegbrengt. Heropvoeding is nodig, niet alleen voor reizigers, maar ook voor het beleid dat bepaalt waar de blik van de bezoeker stopt en waar het dagelijks leven van de bewoner begint.
Terwijl de edelen van het Noorden ooit door het Europese Zuiden reisden als onderdeel van de Grand Tour om cultureel kapitaal te vergaren, zijn de huidige massatoeristen niet zo heel anders: zij verzamelen momenten en beelden en maken van buurten consumeerbare decors. Net zoals het Zuiden destijds een object van toe-eigening werd, zo wordt het vandaag de dag ontdaan van lokale content; de blik van de bezoeker ontmoet de ander niet, maar omzeilt hem of haar. Alledaagse gebruiken, sociale interacties, zelfs de spanningen van het samenleven, verdampen en maken plaats voor een steriele representatie van het 'authentieke'. De toeristische ervaring transformeert tot culturele memorabilia, waardoor er stilte overblijft. Als we de betekenis van gastvrijheid niet opnieuw uitvinden als een relatie, niet als een product, dan gaat het concept van plaats zelf verloren.
Foto door Arno Senoner op Unsplash