Vrachtvluchten in Xinjiang wekken zorgen over gedwongen arbeid
Het afgelopen jaar hebben honderden vrachtvluchten China met Europa verbonden en duizenden tonnen goederen uit de provincie Xinjiang vervoerd. Deze regio, waar de Oeigoerse minderheid woont, staat al lange tijd in het middelpunt van internationale controverse vanwege berichten over gedwongen arbeid en mensenrechtenschendingen.
Volgens eenanalyse van de in Washington gevestigde belangenorganisatie Uyghur Human Rights Project (UHRP) zijn er de afgelopen twaalf maanden meer dan 40 luchtroutes geopend die Europa verbinden met luchthavens in Xinjiang. Er worden goederen verzonden naar landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Hongarije, Griekenland, Zwitserland, België, Ierland en Spanje.
UHRP benadrukt dat vliegtuigen e-commerceproducten, kleding, schoenen, elektronica, auto-onderdelen en landbouwproducten vervoeren. Deze sectoren zijn bijzonder kwetsbaar voor de uitbuiting van Oeigoerse dwangarbeiders.
"De snelle uitbreiding van vrachtvluchten tussen de Oeigoerenregio en Europa vormt een groeiende bedreiging voor de integriteit van de toeleveringsketens in de EU en het VK", aldus David Alton , voorzitter van de Britse parlementaire commissie voor de mensenrechten. Hij betoogt dat het toenemende aantal vluchten in strijd is met het EU-mechanisme voor het monitoren van producten waarvan wordt vermoed dat ze met dwangarbeid zijn vervaardigd.