Nederland, bekend om zijn fietsliefde, tilt fietsen naar een hoger niveau. Het afgelopen jaar is het aantal mensen dat met de fiets naar het werk gaat met maar liefst 57% gestegen, wat een ware verschuiving in de manier waarop Nederlandse werknemers zich verplaatsen, markeert.
Na jaren van thuiswerken keren steeds meer Nederlandse werknemers terug naar kantoor – hoewel hybride modellen nog steeds gangbaar zijn. Daardoor is het woon-werkverkeer weer terug. Maar in plaats van zich vol te proppen in de auto of bus, springen velen op de fiets.
En ze fietsen niet alleen vaker, ze gaan ook verder. De totale fietsafstand naar het werk is met 50% toegenomen , wat aantoont dat fietsen steeds populairder wordt voor zowel korte als lange woon-werkverkeer.
Traditionele fietsen worden steeds populairder voor woon-werkverkeer van minder dan 5 kilometer, en overtreffen zelfs het openbaar vervoer. Met files en lange wachttijden op bussen is fietsen gewoonweg logischer.
Het openbaar vervoer groeit nog steeds – het gebruik is met 24% gestegen – en ook gaan steeds meer mensen met de auto (+44%). Maar de fiets wint het van beide trends, vooral in drukke stadscentra waar gemak de boventoon voert.
Fietsen is niet alleen een milieuvriendelijke optie, het is vaak ook de snelste en meest efficiënte optie. En aangezien Nederland een van de beste fietsinfrastructuur ter wereld heeft, is de keuze makkelijk.
Niet alleen korte ritten zijn in opkomst. Steeds meer mensen kiezen voor de fiets – zelfs voor ritten van meer dan 5 of 20 kilometer – dankzij e-bikes en racefietsen die langere ritten makkelijker en sneller maken.
Tegelijkertijd zetten werkgevers zich in. Steeds meer kantoren hebben nu douches, kleedkamers en beveiligde fietsenstallingen, waardoor fietsen naar het werk een reëel alternatief is geworden voor de auto of het openbaar vervoer. Bedrijven zien dit als onderdeel van hun duurzaamheidsdoelstellingen en het verandert de manier waarop mensen over hun dagelijkse routines denken.
Een verborgen reden achter de toename van het aantal fietsers? De pandemie. Veel Nederlandse werknemers verhuisden tijdens de lockdowns verder weg van de stad, in de veronderstelling dat ze voorgoed thuis zouden werken.
Nu kantoren weer opengaan, hebben die langere woon-werkverkeer een nieuwe oplossing nodig: de fiets. Terwijl het gebruik van auto's en treinen ook groeit, nemen fietsen zowel korte als lange afstanden over. Het is een gezonde, emissiearme optie die past bij de nieuwe realiteit na de pandemie.
De fietsboom brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Met meer fietsen op de weg en verschillende snelheidsniveaus – van langzamere traditionele fietsen tot snelle e-bikes – raken fietspaden steeds voller.
Deze combinatie leidt tot meer files en potentiële ongelukken, vooral tijdens de spits. Veel fietspaden zijn te smal of verouderd om de toename aan te kunnen. Sommige steden investeren nu in bredere rijstroken, betere bewegwijzering en veiligere routes om botsingen tussen fietsers en andere weggebruikers te voorkomen.
Amsterdam en andere Nederlandse steden zijn er duidelijk over: dit is geen trend, maar een transportrevolutie. Een stijging van 57% in één jaar laat zien dat fietsen meer is dan een gewoonte; het is een culturele verandering.
Met een hoogwaardige infrastructuur, werkgeversondersteuning en een fietsvriendelijke mentaliteit is Nederland een voorbeeld voor de rest van Europa. En terwijl steden in de hele EU zoeken naar manieren om de uitstoot te verminderen en de gezondheid te verbeteren, is één ding duidelijk:
De toekomst van woon-werkverkeer ligt op twee wielen.
Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.
