
Gebaseerd op het EMI-rapport , juni 2025 [Zofia Grosse]
In juni van dit jaar publiceerde European Movement International (EMI) in samenwerking met onderzoeksbureau Savanta een rapport. Aan het onderzoek namen 3504 volwassen respondenten uit zeven EU-lidstaten deel: Polen, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Zweden en Roemenië. Het belangrijkste doel was om de mening van burgers te peilen over de stand van de democratie, het functioneren van de EU-instellingen en de defensiesamenwerking in Europa. Hoewel de resultaten optimistische elementen bevatten, worden ze gedomineerd door signalen van diepgewortelde teleurstelling en een afnemend vertrouwen in democratische institutionele mechanismen.
Uit het onderzoek blijkt dat slechts 36% van de respondenten kan worden geclassificeerd als consistente voorstanders van democratie – mensen die zowel geloven in de waarde van het stemrecht als in de noodzaak van effectieve mechanismen om macht te controleren. Maar liefst 64% vertoont inconsistente opvattingen: sommigen neigen naar steun voor sterk leiderschap door één persoon, terwijl anderen hun steun voor democratie baseren op directe voordelen. Hoewel de afname van vertrouwen in de democratie geen nieuw fenomeen is, geeft de huidige omvang aanleiding tot terechte bezorgdheid.
"De geringe mate van consistente steun voor democratie is ronduit alarmerend. Dit betekent echter niet dat burgers antidemocratisch zijn. Ze zijn simpelweg teleurgesteld, machteloos en gefrustreerd – en dat is een vruchtbare bodem voor autoritarisme", aldus Petros Fassoulas, secretaris-generaal van EMI.
De positie van Polen ten opzichte van andere landen in deze context is dubbelzinnig. Slechts 32% van de respondenten kan worden beschouwd als een consequente voorstander van democratie – dit resultaat is hoger dan in Spanje, maar lager dan in Duitsland, Italië of Zweden, dat koploper is in gehechtheid aan democratische waarden. Hier is met name een diepe maatschappelijke kloof zichtbaar: enerzijds een sterke uitgesproken gehechtheid aan de beginselen van democratie en Europese integratie; anderzijds een groeiend scepticisme ten aanzien van de effectiviteit van democratische instellingen en hun vermogen om het leven van burgers in de praktijk te beïnvloeden.
De vertrouwensindex voor EU-instellingen is ook relatief laag: slechts 14% van de Polen geeft aan meer vertrouwen te hebben in EU-instellingen dan in nationale instellingen, terwijl 44% meer vertrouwen heeft in hun eigen regering. Slechts 34% van de respondenten in Polen is van mening dat het EU-lidmaatschap een positieve impact heeft gehad op het land als geheel, wat het laagste resultaat is van alle geanalyseerde landen. Ter vergelijking: in Frankrijk bedraagt dit percentage 71% en in Italië 65%.
Gebaseerd op het EMI-rapport , juni 2025 [Zofia Grosse]
Dit enigszins pessimistische beeld wordt aangevuld door een bredere context die wordt gepresenteerd in de laatste Eurobarometer- enquête van dit jaar, waarvan de resultaten een veel optimistischer beeld laten zien onder EU-burgers – waaronder Polen – ten aanzien van de Europese Unie en haar instellingen. Volgens deze enquête gelooft maar liefst 74% van de EU-burgers dat hun land baat heeft bij het EU-lidmaatschap – het hoogste percentage in de geschiedenis van metingen sinds 1983. Ondanks de resultaten in het EMI-rapport scoort Polen ook hoog op dit gebied, wat in tegenspraak is met de simpele these van diep euroscepticisme. Bovendien is 89% van de respondenten in de EU van mening dat meer eenheid tussen de lidstaten essentieel is voor het effectief aanpakken van mondiale uitdagingen – deze mening wordt gedeeld door meer dan 75% van de burgers in elke lidstaat, waaronder Polen.
Eurobarometergegevens tonen ook aan dat Europeanen – waaronder Polen – het Europees Parlement steeds meer beschouwen als een instelling die een grotere rol zou moeten spelen in het politieke leven van de Unie. Ze verwachten ook dat de EU meer bevoegdheden en middelen krijgt om crises te bestrijden. Burgers waarderen de praktische aspecten van integratie: 68% van de Polen noemt de vrijheid van reizen als het grootste voordeel van het lidmaatschap, 62% waardeert het gevoel van veiligheid en meer dan de helft ziet het als een kans op betere onderwijs- en carrièreperspectieven in het buitenland.
Ondanks de optimistische toon onthult de Eurobarometer ook maatschappelijke zorgen, met name met betrekking tot de economische situatie, inflatie en stijgende kosten van levensonderhoud. Meer dan de helft van de Europeanen vreest een daling van hun levensstandaard, wat – hoewel niet direct gerelateerd aan hun beoordeling van de democratie – kan leiden tot een algeheel gevoel van politieke vervreemding, waarvan de symptomen ook zichtbaar zijn in het EMI-onderzoek.
Gebaseerd op het Eurobarometr-rapport , winter 2025 [Zofia Grosse]
Tegen deze achtergrond tekent zich een interessant fenomeen af, dat we een Europese paradox zouden kunnen noemen: ondanks de afnemende gehechtheid aan formele liberaal-democratische mechanismen, groeit de steun voor gezamenlijke acties op EU-niveau – met name in de context van defensie en de bestrijding van desinformatie. Meer dan de helft van de respondenten steunt de ontwikkeling van een gezamenlijk actieplan met betrekking tot de oorlog in Oekraïne en de oprichting van een Europees leger.
Nog meer steun – 66% – ging naar EU-initiatieven die gericht zijn op de bestrijding van desinformatiecampagnes. In Polen steunt 54% van de respondenten het idee van een gemeenschappelijk leger en wil 53% nauwere samenwerking in het licht van de oorlog aan de oostgrens. Hoewel dit in tegenspraak lijkt met het toenemende nationalisme en het beperkte vertrouwen in de EU-instellingen, wijst het eerder op een zoektocht naar een nieuw model van Europese solidariteit en veiligheid dat een antwoord biedt op een steeds instabielere wereld.
De resultaten van beide studies – EMI en Eurobarometer – spreken elkaar niet zozeer tegen, maar vullen elkaar juist aan en schetsen een vollediger en complexer beeld van de huidige maatschappelijke stemmingen in de Europese Unie. Dit beeld is tegelijk realistisch en vol spanning: enerzijds verliezen burgers hun vertrouwen in de institutionele effectiviteit van democratie en voelen ze zich vermoeid door de formule ervan; anderzijds erkennen ze concrete voordelen die voortvloeien uit integratie en geven ze het idee van gemeenschap niet op.
Polen, een land op een politiek en identiteitskruispunt, is een bijzonder levendig voorbeeld. Enerzijds is er een duidelijke behoefte om zijn plaats in Europa te herdefiniëren en het democratisch model te heroverwegen; anderzijds blijven de verwachtingen ten aanzien van Europa als een ruimte van solidariteit, ontwikkeling en veiligheid groot.
Dit alles leidt tot de conclusie dat de toekomst van de democratie in Europa – en in Polen – niet uitsluitend afhangt van de politieke elite. De uiteindelijke richting zal worden bepaald door de burgers zelf, hun gevoel van eigen verantwoordelijkheid, hun vertrouwen in instellingen en hun geloof dat hun stem er werkelijk toe doet.
Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.