Coeliakie is meer dan alleen een glutenintolerantie. Het is een chronische, vaak onzichtbare auto-immuunziekte die artsen en patiënten al lang voor een raadsel stelt. Maar nu biedt een wetenschappelijke doorbraak misschien eindelijk de helderheid en precisie die nodig zijn om de spelregels te veranderen – niet alleen in de diagnose, maar ook in de dagelijkse behandeling van de ziekte.

Dankzij een gloednieuw gecertificeerd referentiemateriaal, ontwikkeld door wetenschappers van het Joint Research Centre (JRC) van de EU, zijn we een stap dichter bij consistente, nauwkeurige tests voor coeliakie wereldwijd.

Wat is coeliakie en waarom is het zo moeilijk te diagnosticeren?

Coeliakie treft mensen met een genetische aanleg, wiens immuunsysteem abnormaal reageert op gluten, een eiwit dat voorkomt in tarwe, rogge en gerst. Wanneer iemand met coeliakie gluten eet, valt zijn of haar immuunsysteem de wand van de dunne darm aan. Na verloop van tijd beschadigt dit de kleine vingerachtige structuren, villi genaamd, die helpen bij de opname van voedingsstoffen.

De gevolgen? Voedingstekorten, bloedarmoede, huid- en neurologische problemen en bij kinderen een vertraagde groei.

Naar schatting lijdt ongeveer 1% van de EU-bevolking – bijna 4,5 miljoen mensen – aan coeliakie. Maar hier is het addertje onder het gras: velen weten het niet eens. Symptomen kunnen sterk variëren of verkeerd worden gediagnosticeerd, en testmethoden verschillen per land en laboratorium.

Onzekerheid bij testen: een langdurig probleem

De standaardmethode om coeliakie te diagnosticeren is tegenwoordig via bloedonderzoek dat specifieke antilichamen meet, met name anti-tTG-antilichamen. Maar hier is het probleem: verschillende laboratoria gebruiken verschillende tests, apparaten en interpreteren de resultaten anders. Dat betekent dat de testresultaten van één persoon er compleet anders uit kunnen zien, afhankelijk van waar de test wordt uitgevoerd.

Dit gebrek aan consistentie leidt vaak tot late of onjuiste diagnoses, waardoor patiënten zich verloren en gefrustreerd voelen.

Een wereldprimeur die alles zou kunnen veranderen

Maak kennis met het allereerste gecertificeerde referentiemateriaal voor coeliakiediagnostiek, ontwikkeld door het Joint Research Centre (JRC) in samenwerking met de Britse Medicines and Healthcare Products Regulatory Agency.

Deze nieuwe standaard zet een wereldwijde standaard. Hij is al erkend door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als internationale standaard voor anti-tTG-antilichamen. Eén batch zal door de WHO worden gebruikt en de andere zal door het JRC worden gedistribueerd naar laboratoria over de hele wereld.

Waarom is dit zo belangrijk? Omdat testresultaten van Berlijn tot Boekarest tot Barcelona nu kunnen worden vergeleken met hetzelfde betrouwbare referentiepunt. Artsen krijgen betere instrumenten. Laboratoria krijgen consistente metingen. En patiënten krijgen snellere, nauwkeurigere diagnoses.

Reageren op een wereldwijde klinische behoefte

De behoefte aan dit soort standaarden was niet toevallig. De International Federation of Clinical Chemistry and Laboratory Medicine (IFCC) heeft coeliakie aangemerkt als een prioriteit voor diagnostische harmonisatie.

En met zijn lange staat van dienst op het gebied van het creëren van referentiematerialen ging het JRC de uitdaging aan, en met succes.

Het resultaat? Een tool die niet alleen helpt om coeliakie betrouwbaarder op te sporen, maar ook helpt om de effectiviteit van de behandeling in de loop van de tijd te monitoren. Want hoewel er geen genezing is, kan coeliakie wel behandeld worden – mits de juiste diagnose wordt gesteld.

Voedselveiligheid: het tweede front in de strijd tegen coeliakie

De diagnose stellen is één ding. Maar voor mensen met coeliakie is veilig voedsel net zo cruciaal. De enige effectieve behandeling is het strikt vermijden van gluten. Daarom is nauwkeurige etikettering van het glutengehalte in voedsel essentieel – en vaak net zo complex.

EU-regelgeving staat toe dat voedsel het label "glutenvrij" krijgt als het minder dan 20 mg gluten per kilogram bevat. Maar recent JRC-onderzoek toont aan dat het niet altijd eenvoudig is om dat te bewijzen, vooral niet bij producten zoals bier.

Sterker nog, het team van JRC ontdekte dat huidige testmethoden afgebroken glutenproteïnen, die nog steeds immuunreacties veroorzaken, over het hoofd kunnen zien. En zonder een consistente referentiestandaard voor glutengehalte is het moeilijk om de cijfers te vertrouwen.

Vooruitkijken: van diagnostiek naar veiliger voedsel

De wetenschappers van het JRC pleiten nu voor meer in vivo toxicologische studies en de ontwikkeling van nieuwe referentiematerialen voor voedseltesten – vergelijkbaar met de studies die onlangs een revolutie in de diagnostiek teweeg hebben gebracht.

Want of het nu gaat om het identificeren van ziektes of het kiezen van een veilige snack, het komt allemaal neer op één ding: betrouwbare, wetenschappelijk onderbouwde normen.

Waarom dit belangrijk is – vooral voor jongeren

Je hoort misschien niet elke dag over coeliakie, maar voor miljoenen Europeanen, waaronder jongeren, is het een levensbepalende aandoening.

Dit nieuwe gecertificeerde referentiemateriaal is een grote overwinning voor gezondheidsgelijkheid en wetenschappelijke precisie. Het betekent minder misdiagnoses, snellere behandeling en meer vertrouwen in wat u eet.

In een wereld waarin op bewijs gebaseerde gezondheidszorg belangrijker is dan ooit, is deze doorbraak een herinnering aan wat wetenschap – en Europese samenwerking – kan bereiken.

Betere hulpmiddelen. Betere gezondheid. En een duidelijker pad voorwaarts voor mensen met coeliakie.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.