In de strijd tegen nepnieuws (of nepnieuws, zoals veel experts op het gebied van mediawijsheid dit fenomeen zouden noemen) biedt de geschiedenis een huiveringwekkend voorbeeld. Onder het naziregime van Adolf Hitler werd massacommunicatie ingezet om desinformatie te verspreiden, de publieke opinie te controleren en afwijkende meningen te onderdrukken. De propagandamachine van nazi-Duitsland laat zien hoe nepnieuws, wanneer het niet wordt gecontroleerd, de realiteit kan beïnvloeden en tot wreedheden kan aanzetten. Dit blijft een waarschuwing voor vandaag.
Staatsgecontroleerde media
In 1933 richtte Hitler onder leiding van Joseph Goebbels het Ministerie van Volksvoorlichting en Propaganda op. Het doel was duidelijk: alle communicatie controleren en de nazi-ideologie promoten. Halverwege de jaren dertig waren de meeste kranten gesloten of overgenomen. Onafhankelijke journalistiek werd vervangen door strikte staatsjournalistiek (United States Holocaust Memorial Museum, 2023). Redacteuren kregen dagelijks instructies van het Ministerie van Propaganda, die koppen en verhaallijnen dicteerden. Nieuws ging niet langer over feiten, maar over het versterken van de partij-ideologie.
Leugens in druk
De antisemitische tabloid Der Stürmer verspreidde groteske mythen, waaronder beweringen dat Joden christelijke kinderen ontvoerden voor rituele offers. Karikaturen beeldden Joden af als hebzuchtig, gevaarlijk en fysiek weerzinwekkend. Deze valse verhalen werden opgehangen in openbare vitrines, Stürmerkasten genaamd , vaak bij scholen en postkantoren. Kinderen groeiden op met het dagelijks lezen ervan.
De nazi's gebruikten desinformatie ook om oorlog te rechtvaardigen. In 1939 ensceneerden ze het Gleiwitz-incident, waarbij SS-agenten verkleed als Poolse soldaten een Duits radiostation aanvielen. Ze lieten een vermoorde gevangene in een Pools uniform achter om de hoax geloofwaardig te maken. Deze nepgebeurtenis diende als voorwendsel voor de invasie van Polen en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (Kershaw, 2008).
De ethergolven beheersen
Radio werd het meest effectieve instrument voor de verspreiding van nazipropaganda. De Volksempfänger ("volksontvanger") werd massaal geproduceerd om goedkoop te zijn en kon alleen Duitse frequenties ontvangen. Tegen 1939 had meer dan 70% van de huishoudens er een. Luisteren naar buitenlandse uitzendingen, met name de BBC, was illegaal en werd streng bestraft. Er werden openbare luisterevenementen georganiseerd om Hitlers toespraken te versterken, waardoor het bijna onmogelijk werd om aan de naziboodschap te ontsnappen. Dit systeem creëerde een gesloten mediaomgeving, waar alternatieve meningen volledig werden genegeerd (British Library, 2014).

Propaganda in beeld
Visuele media werden gebruikt om het publiek emotioneel te manipuleren. De film The Eternal Jew uit 1940 vergeleek Joden met ratten en gebruikte expliciete slachthuisscènes om hen af te schilderen als een bedreiging voor de samenleving. De reizende tentoonstelling Der Ewige Jude gebruikte grafieken, statistieken en bewerkte foto's om Joodse corruptie te 'bewijzen'. De tentoonstelling 'Degenerate Art' uit 1937 bespotte modernistische kunst en verbond deze met moreel verval en psychische aandoeningen. Meer dan twee miljoen mensen bekeken de tentoonstelling, wat de culturele boodschap van het regime van raciale en ideologische zuiverheid versterkte (Yad Vashem, 2023).
Impact en moderne parallellen
Door herhaling en angst veranderde propaganda het publieke geloof. Hitler werd gezien als een messiaanse leider; vijanden waren overal. Een campagne in 1943 moedigde burgers aan om "defaitistische praat" te melden, waardoor buren als informanten werden beschouwd. Het regime creëerde een sfeer waarin leugens werkelijkheid werden en het in twijfel trekken ervan gevaarlijk werd.
Tegenwoordig verspreidt desinformatie zich sneller dan ooit via sociale media, door AI gegenereerde content en door algoritmen aangestuurde echo chambers. Het nazivoorbeeld leert dat de strijd tegen nepnieuws meer vergt dan alleen feiten controleren. Het vereist onderwijs, mediawijsheid en een sterke, onafhankelijke pers.
Ongecontroleerde propaganda misleidt niet alleen, maar maakt ook onderdrukking mogelijk. Het is niet genoeg om de geschiedenis te herdenken; we moeten de lessen ervan toepassen om de waarheid en democratie vandaag de dag te beschermen.
