Meer dan cijfers: een kwestie van waardigheid

Het huidige woningdebat in Europa kan niet worden gereduceerd tot de gebruikelijke grafieken van vraag en aanbod. Het gebrek aan betaalbare woningen betekent iets veel ernstigers: een bedreiging voor het fundamentele recht op fatsoenlijke leefomstandigheden.

De statistieken vertellen een verontrustend verhaal: meer dan 47 miljoen Europeanen kunnen het zich niet veroorloven om hun huis te verwarmen, en ongeveer 1 miljoen mensen – waaronder 400.000 kinderen – zijn dakloos. Overbevolking treft een op de vier jonge Europeanen tussen de 15 en 29 jaar.

De gevolgen gaan verder dan alleen huisvesting. Jongeren stellen verhuizen, een gezin stichten of een vervolgopleiding volgen uit. Essentiële werknemers – leraren, verpleegkundigen, politieagenten – kunnen het zich niet veroorloven om in de gemeenschappen te wonen waar ze werken. Dit roept een ongemakkelijke vraag op: is het Europese welzijnsmodel nog steeds in staat om de huisvesting van zijn burgers te garanderen?

Groeiende ongelijkheid en gevoel van uitsluiting

De stijgende kosten van levensonderhoud treffen jongeren en gezinnen met een laag inkomen het hardst. In veel EU-landen wonen dertigers nog steeds bij hun ouders – niet uit vrije wil, maar omdat het de enige optie is die ze zich kunnen veroorloven. Dit beperkt de mobiliteit, belemmert carrièremogelijkheden en wakkert frustratie aan.

Het meest alarmerende teken van deze crisis is dakloosheid. Wanneer honderdduizenden kinderen opgroeien in hostels of tijdelijke opvangcentra, wordt gelijke toegang tot onderwijs en ontwikkeling onmogelijk.

Voor samenlevingen die gebouwd zijn op solidariteit staat Europa voor een morele test: hoe lang kunnen we een realiteit accepteren waarin het recht op een huis voor sommige burgers slechts op papier bestaat?

Nieuwe investeringen of oude barrières?

Het voorgestelde Europese plan voor betaalbare huisvesting is gebaseerd op verschillende pijlers: meer EU-financiering, soepelere nationale bestedingslimieten, meer particuliere investeringen en innovatieve financieringsmodellen.

Maar elk van deze maatregelen brengt zijn eigen risico's met zich mee. Een verdubbeling van de middelen voor het cohesiebeleid klinkt veelbelovend, maar zullen de lidstaten deze middelen daadwerkelijk naar huisvesting sluizen in plaats van ze te verspillen aan andere prioriteiten? Versoepeling van de staatssteunregels zou de sociale huisvesting kunnen stimuleren, maar zou ook de deur kunnen openen voor projecten met weinig maatschappelijke waarde.

En dan is er nog de olifant in de kamer: overheidsgeld alleen lost het probleem niet op. Er is privaat kapitaal nodig, maar kan maatschappelijk verantwoord ondernemen samengaan met de verwachtingen van investeerders van snelle rendementen? Europa wil "alternatieve financieringsmodellen ontsluiten", maar de ervaring leert dat dergelijke mechanismen vaak speculatie aanwakkeren – met name op de markt voor kortetermijnverhuur.

Bureaucratie: de verborgen barrière

Het vereenvoudigen van administratieve procedures is een ander doel van het plan – en een terecht doel. In veel landen kan de wirwar van bouwvergunningen en overheidsaanbestedingen jaren aanslepen, waardoor investeringen worden lamgelegd.

Toch is het verminderen van bureaucratie alleen niet de oplossing. Het echte probleem is vaak het gebrek aan gecoördineerd stedelijk beleid en de slechte communicatie tussen nationale, regionale en lokale overheden. Zelfs de beste wetgeving heeft weinig zin als gemeenten niet over de instrumenten of het personeel beschikken om deze in de praktijk te brengen.

Potentieel versus realiteit: de Europese bouwsector

Europa heeft de middelen. Jaarlijks produceert het 170 miljoen m³ bouwhout en 18.000 ton cement per uur. De sector biedt werk aan 27 miljoen mensen. Op papier lijkt het potentieel enorm. Maar dat vertaalt zich niet automatisch in betaalbare, energiezuinige woningen.

De echte vraag is: kunnen EU-landen deze macht ombuigen naar sociale woningbouw in plaats van naar luxe projecten? Zonder sterke politieke prioriteiten en verantwoordingsplicht bestaat het risico dat overproductie ten goede komt aan de markt, niet aan de burger.

Verhuur van korte termijn: probleem of kans?

Een van de meest besproken elementen van het plan is de regulering van kortetermijnverhuur. Platforms zoals Airbnb hebben Europese steden getransformeerd – vaak door de huren op te drijven en bewoners uit de centrumwijken te verdrijven.

Regelgeving is duidelijk nodig, maar het is een kwestie van evenwicht. Te strenge regels kunnen de deeleconomie ondermijnen, terwijl te soepele regels gentrificatie en chaos op de woningmarkt kunnen verergeren. Dit zal een test zijn voor het vermogen van de EU om de rechten van burgers te beschermen zonder innovatie te ondermijnen.

Huisvesting als grondrecht?

De uiteindelijke ambitie van het plan is om toegang tot huisvesting om te zetten in een reëel, afdwingbaar recht, niet slechts een politieke slogan. Maar dat vereist moedige politieke keuzes – en de bereidheid om weerstand te bieden aan projectontwikkelaars, financiële instellingen en machtige bouwlobby's.

De grote vraag blijft: kan de Europese Unie – economisch, sociaal en politiek verdeeld – een gedeelde visie op huisvesting ontwikkelen die van Kopenhagen tot Sofia werkt?

Zo ja, dan zou dit plan een hoeksteen van de Europese cohesie kunnen worden. Zo niet, dan dreigt het te eindigen als een goed geschreven strategiedocument – ​​indrukwekkend op papier, maar betekenisloos voor de miljoenen Europeanen die nog steeds op zoek zijn naar een plek om thuis te noemen.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.