De Britse antiterrorismepolitie onderzoekt beschuldigingen dat Chinese autoriteiten druk hebben uitgeoefend op Sheffield Hallam University nadat de instelling tijdelijk het onderzoek van professor Laura Murphy naar gedwongen arbeid onder Oeigoeren in China heeft opgeschort. De zaak heeft niet alleen de spanningen tussen academische vrijheid en buitenlandse invloed blootgelegd, maar ook het debat over de bredere implicaties van China's aanwezigheid binnen westerse onderwijsinstellingen nieuw leven ingeblazen.
Politie onderzoekt mogelijke inmenging van buitenlandse inlichtingendiensten
Volgens berichten van The Guardian , de BBC en documenten van advocatenkantoor Leigh Day Solicitors zouden de Chinese autoriteiten een twee jaar durende campagne van druk en intimidatie tegen de Sheffield Hallam Universiteit hebben gevoerd. Het doel was om het onderzoek naar mensenrechtenschendingen in de Chinese regio Xinjiang stop te zetten.
Interne documenten tonen aan dat personen die beweerden de Chinese "nationale veiligheidsdienst" te vertegenwoordigen, contact opnamen met universiteitsmedewerkers in Peking en eisten dat het onderzoeksproject werd stopgezet. Nadat de universiteit de Chinese kant had laten weten de publicatie van de bevindingen van het onderzoek te hebben opgeschort, "verbeterden de relaties onmiddellijk", aldus de aangehaalde correspondentie.
De politie van South Yorkshire heeft de zaak doorverwezen naar de afdeling Terrorismebestrijding, met een beroep op artikel 3 van de National Security Act, dat betrekking heeft op "het assisteren van een buitenlandse inlichtingendienst". Als de beschuldigingen worden bevestigd, zou dit een van de ernstigste bekende gevallen van directe buitenlandse inmenging in het Britse academische leven zijn.
