Een nieuwe vergoedingenstructuur in de Play Store

Google heeft een meerlagig tariefsysteem geïntroduceerd voor app-ontwikkelaars in de hele Europese Economische Ruimte. Deze wijzigingen maken deel uit van het zogenaamde 'externe aanbiedingsprogramma', waarmee ontwikkelaars gebruikers kunnen doorverwijzen naar aanbiedingen buiten de officiële Play Store – een vereiste in de Digital Markets Act (DMA) van de EU, die gericht is op het tegengaan van monopolistische praktijken.

De nieuwe structuur omvat een lagere 'initiële acquisitievergoeding', die daalt van 10% naar 3% gedurende de eerste zes maanden na installatie van de app. Daarnaast zijn er twee serviceniveaus gecreëerd: Niveau 1 (verplicht) omvat app-review en basisbeveiligingsmaatregelen, terwijl Niveau 2 (optioneel) toegang biedt tot tools zoals zichtbaarheidsbeheer in zoekresultaten en promotiecampagnes.

De kosten variëren ook per land en app-type, van € 0,10 per game-installatie in Roemenië tot € 1,90 in Duitsland. Deze variatie kan tot transparantieproblemen leiden, aangezien ontwikkelaars verschillende prijzen betalen, afhankelijk van hun doelgroep.

Reacties van de industrie: frustratie en beschuldigingen van illegaliteit

De veranderingen hebben scherpe kritiek gekregen. Tim Sweeney, CEO van Epic Games, noemde de nieuwe regels "een duidelijke schending van de wet" en "onzin", waarmee hij de discriminerende aard van het zoeksysteem van de Play Store benadrukte. Gene Burrus van de Coalition for App Fairness – waartoe bedrijven als Spotify en Match Group behoren – stelde eveneens dat Googles voorstel "de kosten en beperkingen handhaaft" in plaats van de markt daadwerkelijk te openen zoals de DMA beoogt. Critici zien de nieuwe kosten als een manier voor Google om inkomsten te behouden onder het mom van naleving van de wet.

Google verdedigt de veiligheid van gebruikers

Googles verdediging is gericht op gebruikersbescherming. Clare Kelly, senior mededingingsadvocaat bij Google, stelde dat de wijzigingen Android-gebruikers helpen voorkomen dat ze worden blootgesteld aan schadelijke apps en de risico's verminderen die gepaard gaan met het installeren van software van niet-geverifieerde bronnen.

Hoewel dit argument technisch gezien valide is – malware komt vaker voor buiten officiële winkels – fungeert het ook als een strategie om de controle over het Play Store-ecosysteem te behouden. Het roept de vraag op of gebruikersveiligheid instrumenteel wordt gebruikt om de marktdominantie te behouden.

Risico op sancties en politieke strategie met de EU

Volgens de DMA kunnen bevestigde overtredingen leiden tot boetes tot 10% van de wereldwijde jaaromzet van een bedrijf – mogelijk miljarden euro's. Apple en Meta zijn al beboet, terwijl Google, ondanks een voorlopige bevinding van overtreding in maart, tot nu toe aan boetes is ontsnapt.

De tariefwijzigingen kunnen daarom worden gezien als een onderhandelingstactiek: minimale naleving op papier gecombineerd met een blijk van goede wil richting Brussel. De hamvraag is of de Europese Commissie deze stappen als daadwerkelijke implementatie zal beschouwen of slechts als een vertragingsstrategie.

Ontwikkelaars zitten in het midden

Voor app-ontwikkelaars betekenen de veranderingen van Google dat ze te maken krijgen met een complexe kostenstructuur. Hoewel ontwikkelaars gebruikers vrijer naar buiten de Play Store kunnen verwijzen, blijven er extra kosten aan verbonden. Marktafhankelijke kosten kunnen kleinere, onafhankelijke ontwikkelaars benadelen en hun concurrentievermogen met wereldwijde techgiganten beperken.

De vraag rijst: creëert Googles nieuwe architectuur nieuwe barrières in plaats van bestaande te verwijderen? Als gebruikers nog steeds kosten moeten betalen voor het downloaden van apps buiten de Play Store, wordt het doel van de DMA om de markt te openen en de concurrentie te stimuleren mogelijk niet volledig bereikt.

Is veiligheid slechts een excuus?

De beweringen dat gebruikers beschermd worden, klinken overtuigend, maar kunnen dienen als een onweerlegbaar verweer. Kritiek kan worden afgedaan met het argument dat alternatieven beveiligingsrisico's met zich meebrengen. Deze aanpak kan eerlijke concurrentie effectief blokkeren en de dominante positie van Google versterken.

Het is belangrijk om op te merken dat de veiligheid ook via opener modellen kan worden gegarandeerd, bijvoorbeeld via externe certificering van winkels, audits of technische normen. Google geeft echter de voorkeur aan een systeem dat gebruikers binnen het ecosysteem van de Play Store houdt.

Naar een nieuwe fase in het conflict?

Het Play Store-conflict gaat niet alleen over technische oplossingen of kosten – het maakt deel uit van een bredere botsing tussen het regelgevingsbeleid van de EU en wereldwijde techgiganten. De Europese Commissie wil monopolistische praktijken aan banden leggen en de rechten van gebruikers en kleinere spelers versterken, terwijl bedrijven zoals Google een bedrijfsmodel willen beschermen dat miljarden aan inkomsten genereert.

De huidige wijzigingen lijken op papier misschien een compromis. Formeel voldoen ze aan bepaalde DMA-vereisten, maar in de praktijk zouden ze de concurrentie kunnen blijven beperken. In die zin is de Play Store-zaak een test geworden voor de effectiviteit van de DMA en de vastberadenheid van de Europese Commissie om regels tegen de grootste techbedrijven te handhaven.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.