Dat is het ambitieuze doel dat de Europese Commissie nastreeft met de allereerste EU-strategie ter bestrijding van armoede . Voor het eerst stelt de Commissie een kader voor om de grondoorzaken van armoede integraal aan te pakken. Burgers, deskundigen en organisaties worden uitgenodigd om de strategie vorm te geven via openbare raadplegingen die lopen tot 24 oktober 2025.

Wordt dit de gamechanger die deEuropese pijler van sociale rechten verandert van een set waarden in daadwerkelijke verbeteringen in het leven van mensen? Of blijft het bij een verlanglijstje met goede voornemens?

Een nieuwe aanpak van armoede

Deze EU-strategie tegen armoede markeert een historisch moment: nooit eerder heeft de Europese Unie zo'n gecoördineerde poging gedaan om armoedebestrijding centraal te stellen in haar beleidsvorming. Het initiatief maakt deel uit van het Actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten (EPSR) , dat tot doel heeft om tegen het einde van het decennium minstens 15 miljoen mensen uit de armoede te halen.

Het document dat nu wordt opgesteld, gaat niet alleen over het verstrekken van noodhulp of het opzetten van een nieuw fonds. Het gaat over het creëren van een langetermijnvisie voor sociale inclusie in de hele EU – een visie die is ingebouwd in breder economisch en sociaal beleid.

Visie versus realiteit: kunnen lidstaten de doelstellingen waarmaken?

De strategie is gebaseerd op de twintig principes van de EPSR, die in 2017 door de EU-instellingen en de lidstaten zijn overeengekomen. Deze principes omvatten toezeggingen op het gebied van eerlijke lonen, toegang tot gezondheidszorg, gelijke kansen in het onderwijs, rechten van mensen met een beperking en meer.

Er is echter een addertje onder het gras: de EPSR is niet juridisch bindend. De implementatie ervan hangt af van de politieke wil van individuele regeringen – die in werkelijkheid vaak inconsistent of selectief is. Zelfs als de Commissie duidelijke doelstellingen en tijdschema's vaststelt, wat gebeurt er dan als sommige landen ervoor kiezen om zich er niet aan te houden? Heeft de EU dan instrumenten om hen ter verantwoording te roepen?

Armoede is geen randverschijnsel

Armoede in de EU is niet alleen een probleem van onderop – het treft een aanzienlijk deel van de bevolking. Volgens Eurostat lopen ongeveer 95 miljoen mensen in de EU het risico op armoede of sociale uitsluiting. Dat is bijna één op de vijf EU-burgers.

De zwaarst getroffen groepen zijn kinderen, ouderen, mensen met een beperking en migranten. In sommige landen, zoals Roemenië en Bulgarije, leeft bijna de helft van alle kinderen in armoede – een schokkend cijfer in het Europa van de 21e eeuw.

Tot nu toe waren de inspanningen van de EU vooral gericht op het bevorderen van werkgelegenheid in plaats van op directe armoedebestrijding. Instrumenten zoals het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) of REACT-EU (als reactie op de COVID-19-crisis) hebben het herstel ondersteund, maar de structurele oorzaken van armoede niet aangepakt. Deze nieuwe strategie wil daar verandering in brengen.

Belangrijke vragen die nog beantwoord moeten worden

Om met deze strategie werkelijk een verschil te maken, moet de Commissie drie grote vragen beantwoorden:

  1. Hoe wordt de voortgang gemeten?
    Zal de EU zich uitsluitend baseren op de AROPE- indicator (risico op armoede of sociale uitsluiting) of nieuwe maatstaven invoeren die moderne vormen van achterstand weerspiegelen, zoals gebrekkige toegang tot internet, digitaal onderwijs of bankdiensten?
  2. Welke financiering zal de strategie ondersteunen?
    Zal het alleen afhangen van bestaande instrumenten zoals ESF+, of zal de Commissie het koppelen aan nieuwe financieringsbronnen – mogelijk gekoppeld aan de Green Deal, digitale transitie of herstelfondsen? Zonder een duidelijke financiële basis dreigt de strategie slechts een loze belofte te worden.
  3. Zijn er bindende verplichtingen?
    Tot nu toe berust de coördinatie van het sociaal beleid in de EU op een "zachte" aanpak, bekend als de open coördinatiemethode. Maar is dat voldoende om de lidstaten tot actie aan te zetten? Of zou de EU sancties, budgetvoorwaarden of op zijn minst openbare rapportage over de voortgang moeten invoeren?

Politieke spanning op komst?

Een gemeenschappelijke EU-strategie ter bestrijding van armoede zou ook spanningen kunnen veroorzaken tussen de Europese instellingen en de lidstaten. Sommige landen beschouwen dit mogelijk als een overschrijding van de EU-bevoegdheden, vooral omdat sociaal beleid een nationale bevoegdheid blijft. Anderen stellen wellicht dat de strategie onvoldoende rekening houdt met de verschillen in kosten van levensonderhoud en inkomensniveaus binnen de Unie.

Maatschappelijke organisaties zouden ook hun zorgen kunnen uiten – niet omdat ze tegen het idee zijn, maar omdat het plan mogelijk niet ambitieus genoeg is. Is een doelstelling van 15 miljoen minder mensen in armoede over vijf jaar echt voldoende, terwijl bijna 95 miljoen mensen getroffen zijn? Impliceert dit dat de EU bereid is om massale, langdurige armoede als een vaststaand feit te accepteren?

Laatste gedachten: echte verandering of gemiste kans?

De aanstaande anti-armoedestrategie van de EU zou een keerpunt kunnen zijn – of een gemiste kans. Het succes ervan hangt af van politieke moed, solide financiering, duidelijke cijfers en daadwerkelijke verantwoording. Voor de jonge generatie in Europa, met name de meest kwetsbaren, staat er meer op het spel.

Wordt dit het moment waarop de EU stelling neemt tegen armoede – niet alleen met woorden, maar door blijvende verandering? Het antwoord zal de sociale toekomst van Europa voor de komende jaren vormgeven.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.