Een krimpende beroepsbevolking ontmoet een stijgende techgolf

Twee belangrijke thema's domineren de gesprekken over de toekomst van Europa: de snel vergrijzende bevolking van het continent en de impact van automatisering en kunstmatige intelligentie (AI) op banen. Vreemd genoeg worden deze uitdagingen meestal los van elkaar besproken – alsof ze niet nauw met elkaar verbonden zijn.

Maar kijk eens wat breder en zie: AI en automatisering zijn misschien wel precies wat Europa nodig heeft om de demografische tijdbom in toom te houden.

Laten we de feiten eens bekijken. In de afgelopen 75 jaar is het vruchtbaarheidscijfer in Europa gedaald van 2,7 naar slechts 1,4 kind per vrouw. Ondertussen is de levensverwachting gestegen van 62 naar 79 jaar. Dat betekent dat minder mensen werken om meer gepensioneerden te onderhouden.

Momenteel is er ongeveer één volwassene in de werkende leeftijd voor elke niet-werkende persoon. Tegen 2050 zou die verhouding met ongeveer 35% kunnen verslechteren. En tegen 2100? Dan zou het aantal niet-werkenden per werkende kunnen verdubbelen. Dit bedreigt de fundamenten van de Europese verzorgingsstaat.

Het geboortecijfer verhogen? Niet zo eenvoudig

Veel regeringen hebben geprobeerd hogere geboortecijfers te stimuleren, maar zonder blijvend succes. Het Poolse kinderbijslagprogramma "500+" is daar slechts één voorbeeld van. Zelfs landen die fors investeerden in gezinsbeleid – zoals royaal ouderschapsverlof en kinderbijslag – zijn er niet in geslaagd de vruchtbaarheid terug te brengen naar het vervangingsniveau. En waar wel resultaten zichtbaar waren, waren die vaak van korte duur en kostbaar, met ernstige negatieve gevolgen voor de economie.

Een ander veelvoorkomend idee is immigratie. Maar migranten nemen uiteindelijk de vruchtbaarheidspatronen van hun gastlanden over. Zelfs in gebieden waar de geboortecijfers traditioneel hoog waren, zoals Noord-Afrika, neemt de trend af. Bovendien wordt het immigratiebeleid, met de toenemende politieke spanningen, steeds moeilijker om op de lange termijn te beheren.

De pensioenleeftijd verhogen? Een lastige verkoop

Veel EU-landen zijn begonnen met het verhogen van de pensioenleeftijd of koppelen deze aan de levensverwachting. Op papier klinkt dat logisch: een langer leven, een langere carrière. Maar in werkelijkheid is het een politiek mijnenveld. Vergrijzende samenlevingen verzetten zich vaak tegen het idee om langer te werken, en protesten zijn aan de orde van de dag.

Nu de maatschappelijke steun voor dergelijke hervormingen afneemt, heeft Europa een andere weg vooruit nodig. Een weg die niet afhankelijk is van meer baby's, meer migranten of meer jaren op kantoor.

Productiviteit is het ontbrekende stuk

Dit is de game-changer: het verhogen van de productiviteit. Als één werknemer de output van twee kan produceren, kan Europa zijn levensstandaard handhaven met minder mensen op de arbeidsmarkt.

Daar komen AI en automatisering om de hoek kijken.

In de jaren 90 miste Europa grotendeels de digitale bloei die andere delen van de wereld transformeerde. Maar AI geeft het een tweede kans. Schattingen suggereren dat AI de productiviteit jaarlijks met wel 3,4% zou kunnen verhogen – vijf keer het huidige EU-gemiddelde. Zelfs een derde van die groei zou voldoende kunnen zijn om de sociale zekerheid in stand te houden, ondanks de krimpende beroepsbevolking.

Sommige landen beginnen het al te snappen. Neem Zuid-Korea: ondanks het laagste geboortecijfer ter wereld investeert het land fors in robotica met subsidies en belastingvoordelen. Daardoor vormen robots nu 10% van de totale beroepsbevolking van het land. Europa kan het zich niet langer veroorloven om te wachten.

Het gaat niet alleen om groei, maar ook om eerlijkheid

Maar het verhogen van de productiviteit is niet het hele verhaal. Er zijn nog twee andere dingen essentieel.

Ten eerste, het omscholen van werknemers. Als AI een 30-jarige vrachtwagenchauffeur vervangt, moet die persoon snel worden omgeschoold – wellicht voor banen in sectoren waar het personeelstekort toeneemt door massale pensioneringen.

Ten tweede, een eerlijke verdeling van de door technologie gecreëerde welvaart. Als zelfrijdende autobedrijven geld besparen door de arbeidskosten te verlagen, moet die toegevoegde waarde de maatschappij ondersteunen – door middel van eerlijkere lonen, betere belastingen en sterkere sociale programma's. Op die manier kunnen we diensten financieren voor een groeiende groep gepensioneerden.

AI is niet de bedreiging, maar de reddingslijn

Het idee dat "AI onze banen zal inpikken" klinkt misschien eng, maar het mist de kern van de zaak – vooral in Europa. Het echte probleem is niet dat robots mensen vervangen. Het is dat er überhaupt niet genoeg mensen zullen zijn om de banen te doen.

In dat licht bezien wordt AI geen bedreiging, maar een krachtig instrument voor stabiliteit. Het kan helpen om publieke diensten en de economie draaiende te houden, zelfs als de bevolking krimpt.

In plaats van AI te vrezen, zou Europa het moeten omarmen – niet ondanks het potentieel om banen te verminderen, maar juist dankzij. Deze perspectiefverschuiving zou onze kijk op groei, werk en welvaart in de 21e eeuw kunnen veranderen.

Kortom: de toekomst van het Europese welzijnsmodel ligt wellicht niet in kraamklinieken of immigratiekantoren, maar in datacenters en innovatielabs.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.