Het hoofddoel is om de gezondheid van werknemers beter te beschermen. Achter de technische details gaan echter politieke compromissen, economische belangen en serieuze vragen schuil over hoe effectief deze regels in de praktijk kunnen worden gehandhaafd.
Wat verandert er en waarom is dat belangrijk?
Gedreven door de Europese pijler van sociale rechten en het Strategisch Kader van de EU voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021-2027 , is dit al de zesde update van de CMRD . Maar het is meer dan een bureaucratische aanpassing – de Commissie beweert dat de voorgestelde wijzigingen de komende 40 jaar ongeveer 1.700 gevallen van longkanker en bijna 19.000 andere ernstige ziekten kunnen voorkomen.
Wat betreft besparingen in de gezondheidszorg is dat een potentiële € 1,16 miljard. Klinkt indrukwekkend, maar hoe realistisch zijn deze cijfers, vooral gezien de overgangsperiodes en hoe lastig het kan zijn om deze regels op nationaal niveau te handhaven?
Drie chemicaliën, duizenden in gevaar
In de update worden bindende blootstellingslimieten voorgesteld voor drie groepen stoffen:
- Kobalt en anorganische verbindingen daarvan, gebruikt in onder andere batterijen voor elektrische voertuigen;
- Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's), veel voorkomend in de metaalindustrie en lasrook;
- 1,4-Dioxaan, aangetroffen in de chemische en textielsector.
Voor kobalt worden twee limieten voorgesteld:
- 0,01 mg/m³ voor deeltjes die via de neus en mond worden ingeademd,
- 0,0025 mg/m³ voor fijnere deeltjes die dieper in de longen doordringen.
Maar hier is het addertje onder het gras: een overgangsperiode van zes jaar staat hogere limieten toe (0,02 en 0,0042 mg/m³), waardoor industrieën de tijd krijgen om zich aan te passen. Hoewel dit bedrijven tijd geeft, betekent het ook dat veel werknemers in de tussentijd aan hogere risico's blootgesteld blijven.
De grenswaarde voor PAK's is nog strenger: slechts 0,00007 mg/m³. Maar ook hier geldt een tijdelijke grenswaarde voor zes jaar – twee keer zo hoog.
Voor 1,4-dioxaan ligt de algemene grenswaarde op 7,3 mg/m³, met een kortetermijnlimiet (pieklimiet) die tien keer hoger ligt. Er wordt ook gesproken over de invoering van een biologische grenswaarde, wat betekent dat werkplekmonitoring uiteindelijk zou kunnen worden uitgebreid met het controleren van de hoeveelheid van de stof die in het lichaam van werknemers terechtkomt.
Om het bewustzijn te vergroten, stelt de Commissie ook ‘notaties’ voor: waarschuwingen voor werkgevers en werknemers dat blootstelling ook via de huid of via andere routes kan plaatsvinden, wat aangeeft dat er behoefte is aan extra bescherming.
Lasrook — toegevoegd, maar niet opgelost?
Het opnemen van lasrook in de richtlijn had allang moeten gebeuren. Deze rook kan nikkel, cadmium en chroom bevatten – allemaal bewezen kankerverwekkende stoffen. Tot nu toe leidde het ontbreken van EU-brede normen tot fragmentarische nationale regels en ontoereikende bescherming.
Nu maakt de Commissie het duidelijker: werkgevers moeten passende waarborgen bieden. Maar hier is het probleem: de richtlijn stelt geen specifieke blootstellingslimieten voor lasrook vast, maar erkent ze alleen onder de bredere noemer van de CMRD.
Is dit een stap vooruit voor de veiligheid van werknemers, of is het slechts een juridische verduidelijking zonder wezenlijke verandering?
Overleg, compromis en voorzichtigheid
Het voorstel kwam niet uit de lucht vallen. Het werd vormgegeven door gesprekken met sociale partners – overheden, werkgevers en werknemers – en risicobeoordelingen van het Europees Agentschap voor chemische stoffen.
Toch neigt de definitieve tekst sterk naar een economisch compromis. De lange overgangsperiodes voor alle drie de stoffen geven aanleiding tot vragen over waar de prioriteiten van de wetgevers werkelijk liggen.
Als de gezondheid van werknemers de grootste zorg is, waarom worden beschermende maatregelen dan met een paar jaar uitgesteld? Worden de huidige blootstellingsniveaus als acceptabel beschouwd, ook al zegt de wetenschap dat ze schadelijk zijn?
Van wet naar realiteit: kunnen lidstaten dit waarmaken?
Zodra het Europees Parlement en de Raad de wet hebben goedgekeurd, hebben de EU-landen twee jaar de tijd om deze om te zetten in nationale regelgeving. Maar woorden omzetten in daden is vaak het moeilijkste.
Eerdere updates van de CMRD hadden betrekking op meer dan 40 chemicaliën en hebben naar schatting meer dan 100.000 levens gered. Maar niet elk land heeft de regels met evenveel toewijding geïmplementeerd. Vertragingen, zwakke handhaving en arbeidsinspecties met te weinig middelen blijven grote uitdagingen.
Kunnen nationale arbeidsinspecties deze nieuwe regels blijven controleren en handhaven?
Het in evenwicht brengen van werknemersbescherming en de industriële realiteit
Het voorstel van de Commissie is duidelijk een stap in de goede richting als het gaat om gezondheid op de werkplek. Maar of het daadwerkelijk verschil maakt, hangt af van verschillende factoren: hoe snel en grondig landen het implementeren, hoe strikt ze het handhaven en of industrieën investeren in veiligere technologieën.
De lange overgangsperiodes, het ontbreken van concrete grenswaarden voor lasrook en het gebruik van ‘notaties’ in plaats van harde eisen roepen terechte twijfels op.
Heeft de Commissie werkelijk de juiste balans gevonden tussen de volksgezondheid en de behoeften van het bedrijfsleven? Of zijn er verdere veranderingen nodig om ervoor te zorgen dat EU-wetgeving meer is dan alleen goedbedoelde verklaringen – en daadwerkelijke instrumenten worden om de arbeidsomstandigheden in heel Europa te verbeteren?
Geschreven door
Geef het gesprek vorm
Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.