Terwijl digitale soevereiniteit en dataprivacy het politieke debat in Europa domineren, voert de Europese Commissie de druk op Big Tech op. Meta – het bedrijf achter Facebook en Instagram – wordt nu geconfronteerd met een formeel EU-onderzoek naar de vraag of hun advertentiemodel in strijd is met de Digital Markets Act (DMA) .

Meta beweert zijn systeem te hebben aangepast om aan de wet te voldoen. Maar volgens de Commissie zijn die wijzigingen slechts cosmetisch. Onder de juridische discussies schuilt een diepere strijd over wat als "echte" toestemming geldt in de wereld van digitale platforms.

Betalen of gevolgd worden? Meta's controversiële nieuwe keuze

Sinds november 2024 biedt Meta Europese gebruikers een binaire optie:

  • Betaal een maandelijks abonnement voor een advertentievrije ervaring, of
  • Gebruik het platform gratis, maar ga akkoord met advertentietracking en dataprofilering.

Dit "betalen of gevolgd worden"-model trok al snel de aandacht van de Commissie. Ambtenaren betoogden dat een dergelijke keuze in strijd is met het kerndoel van de DMA: ervoor zorgen dat gebruikers vrijwillig, geïnformeerd en betekenisvol toestemming geven.

In april 2025 legde de Commissie Meta een boete van € 200 miljoen op, omdat de keuze volgens de Commissie ‘illusoir’ was en gebruikers financieel onder druk werden gezet om hun persoonsgegevens af te staan, enkel en alleen om toegang te krijgen tot basisdiensten.

Als reactie hierop verlaagde Meta de abonnementsprijs met 40%, tot € 7,99 per maand. Ook werden de toestemmingsformulieren en de formuleringen die worden gebruikt wanneer gebruikers tussen opties moeten kiezen, aangepast. Het bedrijf heeft echter geen volledige details over deze wijzigingen bekendgemaakt.

Niet goed genoeg? De EU zou Meta opnieuw kunnen treffen

Meta kreeg tot 27 juni 2025 de tijd om volledig te voldoen aan de uitspraak van de Commissie. Maar tijdens een persconferentie weigerde Commissiewoordvoerder Thomas Regnier te bevestigen of de wijzigingen aan de vereiste normen voldeden.

Hij voegde eraan toe dat er vanaf 28 juni dagelijkse boetes kunnen worden ingevoerd als Meta niet aan de nalevingsdrempel voldoet.

Het is niet de eerste keer dat Brussel actie onderneemt tegen het 'consent or pay'-model. Volgens de DMA moeten platformen die als gatekeepers worden beschouwd – wat betekent dat ze een dominante marktpositie hebben – gebruikers een echt alternatief bieden.

De belangrijkste vereiste? Dat gebruikers expliciet en ongedwongen toestemming geven voor het gebruik van hun persoonsgegevens voor reclamedoeleinden. Geen verborgen voorwaarden. Geen economische chantage.

Meta verzet zich: "Dit is discriminatie"

Meta geeft niet op. Het bedrijf beweert dat zijn abonnementsmodel legitiem is en volgens dezelfde regels zou moeten worden toegestaan ​​als elk ander bedrijf in Europa.

In een openbare verklaring beschuldigde Meta de Commissie ervan de regels halverwege het spel te veranderen en het bedrijfsmodel te ondermijnen, alleen maar omdat het in de VS is gevestigd.

Toch benadrukt Meta dat het constructief samenwerkt en te goeder trouw probeert zich aan te passen aan de veranderende eisen van de EU.

Minder gepersonaliseerde advertenties – maar is dat voldoende?

Een van Meta's compromissen is om advertenties in de gratis versie minder gepersonaliseerd te maken, zelfs voor niet-betalende gebruikers. Maar critici zeggen dat dit het echte probleem niet oplost.

Zelfs bij beperkte profilering zijn nog steeds persoonsgegevens betrokken. De vraag blijft: kunnen gebruikers daadwerkelijk vrije toestemming geven als hun toegang tot een groot sociaal platform ervan afhangt?

De DMA is ontworpen om meer te doen dan alleen reclamepraktijken te controleren. Het doel is om de machtsverhoudingen in de digitale economie te herstellen – door eerlijke concurrentie te garanderen en de rechten van gebruikers te beschermen, niet alleen de winst.

Een gebruiker moet gebruik kunnen maken van een dienst zonder dat hij daarvoor met zijn data hoeft te betalen.

DMA op proef: een grote test voor het digitale beleid van de EU

De zaak tegen Meta is een van de eerste grote tests voor de DMA, die in maart 2024 volledig van kracht werd. De regelgeving verbiedt gerichte advertenties niet volledig, maar vereist wel duidelijke en geïnformeerde toestemming voordat bedrijven persoonsgegevens commercieel mogen gebruiken.

En de tegenstander van de Commissie is geen kleine vis. Meta beschikt over enorme juridische en technische middelen, en elk EU-besluit kan voor de rechter worden aangevochten, tot aan het Europees Hof van Justitie.

Maar de uitkomst is veel belangrijker dan alleen één bedrijf. Het zou een precedent kunnen scheppen voor de manier waarop gebruikersdata in heel Europa te gelde kunnen worden gemaakt.

De digitale regels van Europa versus de bedrijfsmodellen van Silicon Valley

De kern van het conflict is een botsing van digitale culturen. Meta stelt dat de strenge Europese regels innovatie belemmeren en niet-Europese bedrijven onterecht bestraffen.

Ondertussen benadrukken EU-toezichthouders dat privacy niet optioneel is. Toestemming moet echt zijn – geen slim selectievakje, geen 'accepteren of betalen'-val.

Meta kan nog steeds in beroep gaan tegen de beslissingen van de Commissie, maar loopt nu het risico op nieuwe boetes die dagelijks kunnen worden opgelegd.

Deze strijd om toestemming is meer dan alleen een geschil over regelgeving. Het zou de toekomst van online bedrijfsmodellen – en onze rechten als digitale burgers – in de komende jaren wel eens kunnen bepalen.

Geschreven door

Geef het gesprek vorm

Heb je iets toe te voegen aan dit verhaal? Heb je ideeën voor interviews of invalshoeken die we moeten verkennen? Laat het ons weten als je een vervolg wilt schrijven, een tegengeluid wilt laten horen of een soortgelijk verhaal wilt delen.